2006-01-04: Iran: Toeren over de hoogvlakte van het Zagros gebergte

Omstreeks half zeven in de ochtend gaat de wekker en bedekt met de thermoskleding, een fleecejack, sokken en thermossokken wordt ik wakker in de slaapzak uitgevoerd met een extra katoenen slaapzak erin, die ik vlak voor de reis heb gekocht in de uitverkoop bij V en D. Het is koud en ik ga er snel uit en hou alles aan en doe een extra warme jas aan. Herbert springt er ook uit met zijn superman pak. Het oudere thermospak welke hij van Margreet heeft meegenomen lijkt op superman door de glanzende delen op de kleding. Hij wil spiderman genoemd worden, maar ja hij lijkt meer op de man met de grote S op de borst.

Buiten komen de eerste zonnestralen nog niet door, maar er is zicht. Al snel komt Olivier ook uit de auto en met zijn drie-en lopen we naar de watervlakte, waar de duidenden, zo niet honderden duizenden flamingo’s zitten te wachten totdat elders de lente weer aanbreekt. De watermassa is een uitgestrekt meer die niet veel dieper is als enkele tientallen cm’s water. De uitgestrekte zandvlakte was denk ik lang geleden ook water, maar nu kunnen we er mooi overheen crossen. Vlak voor het water wordt de zandmassa te vochtig, maar met de voet komen we een heel eind. We maken foto’s van elkaar en de opkomende zon, die zich eerst verborgen houdt achter de nabijgelegen berg.

Olivier en ik proberen de kraanvogel techniek op foto te krijgen met op de achtergrond de grote roze massa vogels. We hebben niet goed maar wel voldoende geslapen blijkbaar. De kou maakt je alleen om de zoveel tijd wakker. Daarentegen lijkt het wel voldoende rust te zijn, want ik ben niet echt moe. Het is wel nog steeds koud op de 1300 meter hoge vlakte en de eerste zonnestralen hebben even de tijd nodig om de lucht om eens warm te maken.

Met de grote schoenen aan komen we tot ongeveer 20 meter in het water, waarna het te diep wordt en we teveel wegzakken. Na een half uurtje keren we weer terug en zorgen we ervoor dat we de spullen opruimen van gisteren en ook Sarah wordt langzaam wakker. Rond een uur of 8 rijden we richting de volgende dorpjes. We moeten om een berg heen en in de bocht komen we akelig dichtbij het water, waardoor het soms drassig is, maar de minibus slaat zich overal ferm doorheen en volgt ons. We rijden voorop en proberen de beste weg uit te zoeken, want wij komen er toch wel doorheen.

Tussendoor maken we wat foto’s, maar we maken niet zulke mooie foto’s als we even later doen waar ik tot op een afstand van ik denk een kleine 100 meter tot de vogels kan komen. Zonder bril zie ik de lange poten van de vogels en de complete eenheid vogels beweegt langzaam over het wateroppervlak. Als ik te dichtbij kom begint er een vogel met vliegen en al snel beginnen alle vogels te vliegen. Ik moet snel zijn, maar het lukt me om een mooie opname te maken van de zwerm, die op een plek verderop weer neerdaalt om op visjes te azen en zichzelf te voeden.

Gelukkig komen we door de zandvlaktes goed heen en het valt op hoe vreemd de locals staan te kijken dat er twee toeristen auto’s door hun plaatsjes heen rijden. Blijkbaar verwachten ze dit niet echt.

Gisteren had ik nog wel een onderbuiken gevoel dat als er een plek zou zijn waar men in de nacht wat zou willen doen, dit de plek zou zijn. De weg is een echte smokkelaarroute, zoals ik me die zou voorstellen.

Even later rijden we een klein dorpje in waar een zwaar bonkend geluid van een pomp het water staat op te pompen. Het waterpoeltje waar het water in terecht komt staat vol met water en alle vrouwen van het dorp zitten erom heen hun afwas schoon te maken. De vrouwen komen aanlopen met een groot blad met alle afwas op hun hoofd. In eerste instantie begroet ik de dames als ik de auto aan de weg heb geparkeerd en daarna maak ik een foto. We hebben echter ook nog afwas achter in de auto staan van de hutspot van gisteren en ik bedenk me geen moment en geef de camera aan Herbert. Dit moet een mooi plaatje zijn als we de afwas met de lokale bevolking doen.

Als ik met de afwas aan kom lopen, wordt me in no-time alles uit handen gegrist door de vrouwen. Ze pakken het gewoon van me af en ze beginnen met afwassen. Vreemd is echter dat ze dwars door je heen kijken. Zonder blikken of blozen kijken ze je aan en als je ze begroet, groeten ze niet terug. Blijkbaar een van de eigenschappen van de vrouwen uit een klein dorp die moeten gehoorzamen aan regels die ik niet echt begrijp. De mannen begroeten ons hartelijk, maar de vrouwen lijken het niet te mogen. Er zijn een paar mooie gezichten te zien van de jongere vrouwen en de oudere vrouwen hebben ietwat verweerde gezichten van het hardere leven op het platteland.

Olivier komt me helpen en als we 2 pannen en 2 borden hebben afgewassen, hebben de vrouwen alles al klaar en we krijgen het terug in handen gedrukt. Ik denk dat dit de plek is waar de vrouwen hun dagelijkse sociale gesprekken voeren, want ze komen allemaal tegelijk naar de pomp, waar een van de mannen met de handen over elkaar staat toe te kijken hoe de pomp zijn werk doet.

Gedurende het leuke schouwspel waar Herbert wat foto’s en films van maakt, zet hij tegelijkertijd wat water op om eieren te koken en even later rijden we verderop naar een rustig plekje waar we rustig kunnen ontbijten. Ik was me even goed tegelijkertijd en met een fris gevoel begroet ik de man op de ezel, de 3 brommers, de militair en de jonge jongen die ons komen bekijken. We hebben naast de eieren en de uien ook nog de doos met lekkere koekjes die weg is voordat we het doorhebben.

De weg vervolgt en we hebben een lange rit naar Kerman, waar we proberen te komen vandaag. Aangezien er veel bergen zijn, heeft onze landrover er wat meer moeite mee en gaan we soms met een gangetje van 40 km per uur de berg op, wat dus veel tijd kost.

Na wat kleine pauzes en een lange weg door de bergen geef ik het roer van de Landrover aan Herbert en na een uur of 7 rijden en rijden we in het donker naar de laatste grote stad voor Kerman, waar we even gaan eten. De snelle kebab smaakt lekker in het kleine restaurant tussen de autogarages. Als we uitstappen zien we allemaal ijs om ons heen en het kon wel eens koud zijn in deze contreien.

Ruim een uur later komen we in Kerman aan waar we rond negenen bij Omid Inn een plaats vinden. Na het vragen aan Mohammed, mogen we gebruik maken van toilet en douche en slapen we in de auto. Het lijkt iets warmer maar het is nog steeds koud. Ik hoop dat morgen de douche maar lekker warm is dan.