2006-01-16:
Pakistan: 3e DAN Karate en een stamhoofd in een notendop
Vandaag nemen we snel een ontbijtje. Gisteren
zijn we in het restaurant uitgenodigd voor een diner in het Chinese restaurant.
De jonge meid van 15 kwam terstond aan onze tafel en vroeg of we alsjeblieft
konden komen en was de introductie van een verrassende dag. Ik heb de witte
beige broek bij me en deze wil laten repareren. Na 12 straten en 13 kruisingen
vind ik deze eindelijk. De man achter de balie kan me echter niet verder helpen
en roept een keer over straat heen. Daar loopt een man met een naaimachine onder
zijn arm en ik besef me dat ik bij hem aan juiste adres ben. De broek die ik
ruim 1,5 jaar geleden heb gehaald in Breda tijdens mijn Brabantse tijd heeft
nu een scheur precies onder mijn kruis en of het toeval is of niet weet ik niet,
maar op een wel heel toevallige plek zal ik me later beseffen. De losse broek
wappert gebruikelijk om mijn benen, maar als ik uitgenodigd wordt bij een van
de families en ik ga in kleermakerszit zitten, zoals gebruikelijk is hier, kijken
de mensen tegen een gapend gat aan en dat is niet echt normaal in mijn opinie.
Als je voeten languit op iemand richt, laat je weinig respect achter bij de
mensen en soms zit je dan ook in een ongemakkelijke houding om niet onbeschoft
te zijn. Al snappen de mensen donders goed dat het ongewoon voor ons is. Maar
goed, tegen een gapend gat aankijken onder het eten vind ik nog een stapje erger
en daarom laat ik het gat vandaag maar repareren.
Ik loop binnen en 2 joviale in kleermakerszit zittende mannen achter een naaimachine begroeten met al zwaaiende. De eigenaar geeft me al snel een hand en vraagt of ik thee wil. Ik geef hem eerst een hand en daarna zet ik mijn hand op mijn borst en maak een kleine neerbuigende beweging om hem te bedanken op lokale manier. Dit heb ik van Dale, de Australiër overgenomen. Hij vertelde me dat hij doet wat de locals ook doen en dat slaat goed aan en geef je het respect terug wat ze ook voor jou opbrengen. Iets wat ik terecht vind om te doen na alle gastvrijheid die we in deze landen ondervinden. Ook al zijn er grenzen, want de mannen lopen hier hand in hand en dat gaat mij iets te ver. Het blijft natuurlijk hun cultuur en ik hou sommige eigenschappen van Nederland graag in ere, zoals het handje vast houden van een andere man even aan me voorbijgaat wat mij betreft.
Als de kleermaker zijn stuk klaar heeft pakt hij direct mijn broek op, die de eigenaar er net heeft neergegooid. De broek gaat onder de machine en in 20 seconden is deze klaar en krijg ik hem terug. Uit het gesprek met de kleermaker blijkt dat hier alleen het naaien gebeurd, wat ongeveer 200 roepie moet kosten voor een compleet pak. De stof kun je kopen voor een paar honderd roepie en het samenstellen moet ook een paar honderd kosten. Omgerekend kun je dus voor zeg maar 1000 tot 1500 Roepie een maatpak maken. Omgerekend zeg maar 15 tot 20 euro in Nederlandse termen. Al weet ik niet hoe het resultaat gaat worden dan.
Na het bezoek aan de kleermaker loop ik terug naar het hotel. Herbert is ook
nog niet bij de auto en ter plaatse haal ik de auto leeg om de binnenzijde schoon
te maken. Alles moet een keer flink schoon. Heb nu al een aantal weken lopen
zeiken dat die auto schoon moet en weet ook wel dat deze zo weer vies en onder
het zand zit. In ieder geval wordt alles een keer nagelopen en geeft het weer
een nieuwe elan aan de Landrover en vandaag gaat het gebeuren en ik begin met
uitstapelen van de inboedel. Ik zet even alles op straat tegen een riksja aan
die naast ons staat geparkeerd. Al snel komt Herbert er aan lopen. We hebben
elkaar net gemist zonet en we beginnen met poetsen en vegen. Er liggen bakken
met zand in en ondanks dat het voor Herbert wat minder belangrijk is, wordt
in een 3 tot 4 uur de hele auto van binnen schoongemaakt. Minder is de lekkage
van remvloeistof die op de plaat onder de bestuurdersstoel lekt. De verf bladert
er in no-time af en we hebben een extra dag nodig. De koppelingsunit is lek
en morgen zal hij er aan beginnen. Helaas het zei zo. Een dagje langer in Quetta
kan geen kwaad.
In de tussentijd hebben we veel bekijks van de “lokale” Afghaanse bevolking. Er zijn veel vluchtelingen in Pakistan hier die onder andere dit autopark in de gaten houden. Ze zijn erg nieuwsgierig en onder het schoonmaken laten ze geregeld een flinke rochel en leggen een grote witte vlek naast je automatten neer. Het is echt een probleem van hier. In Turkije begon het en verder in Iran werd het erger, maar vooral in Pakistan zijn ze rasechte spuwers en als je ze erop aanspreekt snappen ze niet wat je bedoeld. Pardoes rochel ik ook even en loop naar de man en leg de mijne precies naast die van hem neer. Hij snapt niet te snappen dat ik bedoelde dat hij dat ergens anders moest doen en lachend loop ik maar weer weg, terwijl de mensen eromheen flink mee lachen.
We krijgen de auto niet klaar en besluiten dat we later, doch voor het wegrijden uit Quetta, de auto van buiten te laten reinigen. Aan de overkant bij de Shell vragen ze 250 Roepie voor de auto, wat veel te veel is, maar goed dat zien we morgen wel weer.
De gastheer van de avond, een klein dik mannetje met grote ronde bolle ogen en teveel lachend, staat met zijn twee dochters en zoon voor onze neus als we net klaar zijn. Ik heb niet al te veel zin in deze avond. Alweer uitgenodigd, maar goed ik zie wel waar de bal heen rolt. De man neemt ons mee in zijn Toyota Taunis, waar voldoende plaats in is en neemt ons mee naar de andere kant van de stad. Hij rijd regelrecht een dure wijk in en op een groot terrein stopt hij. Als we uitstappen staan we naast een vijver met ganzen, een hok met een Pauw en naast een oefenhok voor Karate. De man blijkt een ware karate liefhebber te zijn en een van de belangrijke mannen in deze sport voor Baluchistan. In zijn kantoor naast de open oefenruimte die nu is afgesloten vanwege het koudere weer hangt het vol met medailles, oorkondes en staat het vol met bekers. Grote pamfletten met het gezicht van de man erop hangen in de kamer en we worden vol trots rondgeleid en de 5 kinderen hangen rond ons. Zojuist heeft de man zijn dochter wat karate passen laten maken. Hij is voor zijn hobby nu 3 keer per week leraar en heeft de derde DAN karate nu bereikt, waarvan ik niet weet of het hoog is, maar waarschijnlijk wel.
Buiten loopt een kreupele oude man rond die we net een hand hebben gegeven en hij heeft een grote stapel hout gemaakt naast de ganzenpoel. Deze gaat in brand met een beetje brandmiddel en zonder probleem is er een groot vuur. De gastheer stroopt de mouwen omhoog en doet een schort voor en buiten worden wat stoelen uiteen gezet. De barbecue gaat aan en op 16 januari 2006 is onze eerste barbecue weer een feit. In de tussen tijd komen er twee mannen aanlopen. Een zoon en vader schudden ons vriendelijk de hand. De man is een stammenhoofd en heeft een andere vorm van karate als hobby en heeft de zwarte band en vijfde DAN. Zijn zoon is een lange en goed engels sprekende Pakistaner en we hebben een lang gesprek over de sport, het geloof en de eigenschappen van Pakistan. Hij verteld met de verschillen tussen de stammen, provincies en de verschillen er tussen.
De mannen praten over Buluchi’s, Sindhi’s, Pathen en Punjabi en de “tribe gebieden” tussendoor. De laatst genoemde provincie is het gebied rond Lahore en Islamabad en worden door iedereen geminacht in de baluchistreek, lijkt het. De andere stammen kunnen elkaar wel goed hebben en als ze een andere stam of provincie bezoeken worden ze net zo als ons behandeld volgens hen. Allen Punjabi worden teruggemaand en als ze het durven in een verkeerd gebied hebben ze een probleem en wordt het pistool niet alleen geladen, maar ook geschoten. Phil vertelde me wel eens over mensen die langs de weg “hingen”en ik leg de lat voor mezelf maar niet te hoog en beeld me in dat dit te maken heeft met deze “instabiliteit” tussen de bevolkingsgroepen. Voor ons reizigers is er geen gevaar wordt me duidelijk op het hart gedrukt als ik er wat concreter naar vraag. We zijn te gast bij de Pakistaner en juist bij de “tribes” worden we nog warmer onthaald. Als we in die gebieden terecht komen mogen we bij de stammenhoofden te gast komen en zal ons helemaal niets gebeuren.
In de door regering geregelde
steden, zijn het vooral de Punjabi die de straten aansturen als politieagenten
en militairen. Volgens mij zijn dit nog steeds de corrupte politieagenten, waarvan
ik eerder gehoord heb en die ik niet in de ogen aan moet kijken omdat ze anders
geld van je willen als je de door hun gemaakte regels breekt. De mannen laten
in ieder geval duidelijk merken dat de Punjabi alleen maar natuurlijke grondstoffen
weghalen en dat ze banen stelen van de Baluchi mensen. Ze moeten naar hun eigen
gebied en daar maar aan het werk is de strekking.
Als Herbert en de Zwitsers met de kinderen teruggekomen zijn vertellen ze me
over het grote huis wat verderop gebouwd wordt door de karateman. Het schijnt
een megahuis te zijn en veel andere kleine noemenswaardigheden.
Onze gastheer heeft de kip al klaar gemaakt en laat me voorproeven en het smaakt fantastisch. Hij maakt een waar feestmaal voor ons en laat ons een stuk gedroogd vlees zien die we straks krijgen, wat alleen in wintertijd wordt gemaakt. Ze laten vlees drogen en daarna alleen in feestmalen gebruikt. Het vlees houdt de mensen hier warm en ze hebben daarom geen last van de koude, de reden waarom wij haast in het vuur kruipen.
Als de tafel wordt opgediend komt er zoveel vlees op tafel dat we het niet opkunnen en het smaakt bijzonder goed. Vreemd is dat de man nog meer foto’s maakt als wij zelf. Hij lijkt wel een fotomaniak, die overal wil tonen hoe belangrijk hij is. In ieder geval was hij erg gastvrij met zijn uitnodiging en laten we zijn kinderen alle foto’s maken die ze willen. De kinderen zijn erg ontwikkeld ten opzichte van de andere kinderen die je op straat ziet. Het is een rijke familie en dat blijkt uit alles.
Na het eten moeten we wat foto’s maken en zijn gastenboek tekenen, waar ook de hoogste karate chief uit Japan instaat, die afgelopen jaar te gast was in zijn “Martial arts office”. Tussendoor krijg ik wat karate boeken mee voor thuis, waar hij pontificaal instaat op 4 bladzijden. Elke keer herken je het saaie en met ogen uitgepuilde gezicht, maar hij moet erg bekend zijn anders is er niet zoveel rond deze man uit te stallen. Ik laat het in ieder geval een beetje langs mij heen gaan zoals gebruikelijk. Kort daarna gaat het gesprek onder het genot van een groot kampvuur over de islam, waar ook de buren en 2 broers bij aan zijn geschoven.
Alle kinderen zijn aanwezig, maar niet de vrouw. Als ik er naar vraag is het antwoord dat de ,man het gevraagd heeft, maar dat ze zich dan niet kan vertonen voor Allah, aangezien ze niet mag op komen dagen bij een samenscholing van mannen. De start van een leuke discussie waarbij Sarah ronduit verteld hoe slecht dat wel niet is, omdat de vrouwen dat helemaal niet willen. De humoristische man antwoord heel simpel dat de vrouwen dat hier blijkbaar wel willen en dat ze een heel belangrijk aandeel hebben in de islamitische wereld, zij het dat de Islam een harde religie blijft met erg veel beperkingen voor alle mensen. Hij voegt er aan toe dat de man als een prins lijkt te leven, maar dat ook hij veel beperkingen heeft en dat er daarnaast ook vele voordelen voor de vrouwen zijn. Echter de mag het huis niet verlaten zonder eenmalige toestemming van de man. De vrouw doet het huishouden en voed de kinderen op. Alles om een goed leven te leiden en straks voor Allah rein te zijn.
Het blijft echter zo dat het een gescheiden wereld blijft. De mannen mogen niet zonder toestemming trouwen, de werelden blijven gescheiden (ook na de trouwerij) en er zijn zeer veel beperkingen. Sarah kijkt vanuit een feministisch oogpunt. Ze denkt westers en dat staat recht tegenover de islam gedachte. Er is echter 1 groot verschil. De mensen waar we hier mee spreken vertellen er ronduit over, leggen uit wat de Koran er over zegt, vertellen over de betekenis en waarom de regels. Het valt op hoeveel misinterpretatie er lijkt te zijn tussen west europa en de landen waar we nu doorheen reizen. De interpretatie van de 7 verschillende Jihad vormen en wraaklust worden in een compleet ander daglicht gesteld als wat we horen in Nederland, wat we van elkaar leren op straat en in de scholen. Ik heb nooit Turkse jongens op school, sport of elders in Nederland een betere uitleg horen geven als wat we hier horen en dat komt waarschijnlijk omdat ze zelf al te vernederlandst zijn of omdat ze zelf de Koran niet al te goed kennen.
Ik ben nu geen kenner, maar het is prachtig om met deze mensen te praten en te begrijpen waarom ze zo gastvrij zijn en waarom ze de dingen doen zoals ze dat kennen en willen. Het blijft een grappig land, maar het is zo anders als dat ik van te voren had verwacht.
In de hoek hangt de werknemer van de gastheer. Deze man van ver boven 50 en misschien al 60 zit met zijn houten been, waarop zijn zoontje van 6 steunt stil in de hoek. Het verschil tussen de kinderen van de gastheer en deze man is zo groot en we maken er wat foto’s van. Het doodstille jongetje begint hard te lachen als hij zich zelf op het digitale scherm ziet en in de tussentijd maakt Olivier een mooie foto van de houten been van de man, die hij heeft verloren aan een landmijn in Afghanistan.
Voordat we weggaan worden we nog een keer rondgeleid door de tuin, waterput, het nieuwe huis met druivengaard en rozenstruiken. Op de oefenplaats voor karate moeten we met zijn vijven op de foto, want we komen in de krant volgens de man. Een voorbeeld van de persgeilheid die deze avond is gebleken. De kinderen zijn nog steeds op om 12 uur en ze rijden mee naar een ander huis waar we weer worden uitgenodigd bij familieleden. We gaan echter naar huis, dachten we. We gaan eerst mee naar het daadwerkelijke huis van de gastheer en zijn kinderen. We worden ontvangen door zijn vrouw, een mooie jongere dame die al 5 of 6 kinderen heeft gebaard. Achter de pc verschijnen honderden foto’s en wordt een download gemaakt van de op de avond gemaakt foto’s.
Iedereen valt zo’n beetje in
slaap en als we uiteindelijk gaan, gaat iedereen weer mee. We spreken af voormorgen,
want dan gaan naar het meer in de buurt van Quetta. Eenmaal in hotel gaan we
slapen na een vermakelijke en leuke kennismaking met de karate man en zijn familie
en vrienden. Ik denk dat we wel geluk hebben dat we deze mensen hebben ontmoet
evenals Mustac en zijn familie. Ik denk dat het de rijkere families zijn in
deze omgeving.
in auto onderhoud kleding. De oude kleren zitten onder het vet en hebben de
strepen nagelaten van een flinke beurt van de auto inmiddels.