2006-01-24:
Pakistan: Een lange hobbelige reisdag over Pakistaanse wegen
We staan vroeg op en maak voor we weg gaan nog
wat foto’s van de gevangen naast ons. In Uche Sharif zaten circa 8 moordenaars,
wat autodieven en wat los gajes. Zoals je in oude westerns ziet zitten ze in
een gemeenschappelijke cel en liggen ze onder wat dekens op de grond en als
ik er heen loop maak ik wat foto’s van ze en ook de agent poseert trots met
zijn geweer. De tralies zijn de scheidslijn tussen de open lucht van de buitenwereld
en het gevangen wereldje. Ze lachen hartelijke n lijken trots te zijn op de
pose die ze aannemen. Er zit een 1 steens muur tussen hen en onze auto. We speculeren
wat hoe makkelijk het is om de gevangen te bevrijden met een stevige auto en
een flinke kabel en naast ons wordt tegelijkertijd een gevangen in 4 WD Toyota
gestouwd met veel geweld met 6 agenten.
We rijden vroeg en het is wonderbaarlijk rustig op de weg. De laaghangende mistige omgeving maakt een mooi gebied om ons heen en even later stop ik de Landrover even om wat kamelen op een perfect plaatje te schieten, die met een volle lading bakkeien voor de steenfabriek langs trekken. We rijden de hele dag over de meest rare wegen en de wegen worden steeds een beetje slechter. We hebben een ideale route gepland en helaas zitten de wisselende wachten ons steeds in de weg. De weg is slecht en tientallen andere redenen komen naar ons toe waarom we anders moeten rijden en meer dan eens worden we gestopt om te vertellen waar we heen willen. De agenten reiken meer dan eens de hand uit , die we compleet negeren omdat we door willen rijden. De agenten vertragen ons meer als dat ze ons helpen lijkt het soms en we manen ze dan ook meer dan aan het werk. De Zwitsers blijven achter en de agenten blijven bij hen, terwijl wij stevig door rijden. Ze zijn immers sneller als wij en we houden ons aan het principe dat als er een afslag is dat we dan even stoppen. Helaas blijkt dat niet genoeg merken we later als we langs de grote weg stoppen om wat te eten.
Olivier schuift als eerste aan en laat kort merken dat het weer zwaar leven is omdat Sarah het niet eens is met de rijstijl van vandaag. Ze komt er dan ook al snel op terug en blijkt dat de boodschap van gisteravond niet goed is overgekomen ondanks onze voorzorgsmaatregelen. Waarom moeten we nu haasten terwijl we gisteren nog wouden relaxen in het oosten van Pakistan ? En we leggen het nogmaals uit dat we tot de conclusie zijn gekomen dat we door moeten rijden om genoeg tijd en ruimte te behouden voor Pechawar, the Northern Areas, Islamabad, Lahore om op tijd in Nepal aan te komen. Ze vind dat ze gigantisch hard moeten rijden om ons bij te houden en dat is niet normaal. Ze lijkt te vergeten dat we stoppen bij de afslagen en waarschijnlijk is het een reactie op de korte nachtrust zoals voorspeld. Ik haak er nog even op in dat we genoeg met haar wensen rekening houden en dat we ook zelf dingen hebben overgeslagen en moeten missen om de dingen te kunnen zien, die we willen zien en de discussie eindigt ermee dat zij voorop kunnen rijden. We willen alleen kilometers maken en ons niet ten dode rijden in het chaotische verkeer van Pakistan.
Later blijkt dat alles weer opzijn pootjes terecht komt. Sarah krijgt een sms terug van de jongens uit Islamabad die we in Quetta zijn leren kennen. Een van de zussen gaat trouwen en ze zijn van harte uitgenodigd, iets wat op het lijf is geschreven voor Sarah en we rijden verder stevig door op weg naar Islamabad.
Rond een uur of twee worden we staande gehouden door de verkeerspolitie. De Zwitsers zijn geflitst. Ja het is toch mogelijk. Ik ben in alle staten tegen de escorte. Hoe kan het zijn onder escorte dat we worden geflitst. Laat de politie het zelf maar betalen en ik val flink uit tegen de mannen in het blauw en ik laat me niet stoppen door hun vriendelijke gedrag en hun grote geweren die ze dragen. Ik was al “pist off” en nu gaan ze ons ook vriendelijk bekeuren. Het is een andere dienst dus de escorte kan er niets aan doen. De Zwitsers reden 80 waar je 70 km/h mocht rijden. Ik ga maar weer terug naar de auto en besluit wat foto’s te maken. De eikels!
Het komt erop neer dat ze weg mogen zonder boete uiteindelijk als we maar 70 rijden in de dorpen die toegankelijk zijn van de snelweg. Mensen kunnen hier zo van hun campingbedje de snelweg op lopen en tussen de tractoren en kleinvee op hun brommers springen om naar het volgende door te rijden. Duidelijk een ander principe “Highway” of doorgaande route dus!
We rijden tussen de witte grote VN wagens door. Blijkbaar rijden de hoge pieven hier in een grote 4 WD met een grote antenne op het dak om ze traceren of verbinding te leggen naar de belangrijke politieposten. Terwijl de ene naar de andere escorte voor ons kruipt en ons tot stilstand maant, terwijl wij er langsheen optrekken zien we de nodige riettractoren op de weg. Kleine tractoren met een aanhangwagen afgeladen met riet. Het is tijd om het spul te oogsten realiseren we ons en meer dan eenmaal moet je fors in de ankers om de inhalende voertuigen niet met de bumper te betasten.
Als de avond valt besluiten we
door te rijden met de politiebegeleiding naar
Khushab. We moeten eerst de rivier over en nadat de politie ons een andere route
laat rijden moeten we een oude metalen brug over die zo smal is dat er maar
vanaf een zijde verkeer over kan. Hier waren we normaal nooit terecht gekomen,
maar het is een gave brug en in de filevorming van ezels, schapen en koeien
passeren we de brug gezamenlijk met de rietvervoerders. Na enige tijd is het
donker en hebben we de meest verschrikkelijke route op een eenbaansweg met alleen
maar tractoren. Dit stuk van 20 km is alleen maar 20 kilometerweg en we worden
gek van de hobbels. We rijden inmiddels al ruim 11 uur en ik had gehoopt dat
het laatste stuk wat sneller zou gaan, maar we blijven vrolijk alle brommers
en fietsers zonder licht op deze onverlichte weg ontwijken om vervolgens aan
de kant te duiken voor een van de kleurrijke Pakistaanse vrachtwagens, die veelal
niet om zich heen kijken als ze al een spiegel hebben.
Helemaal zat en duidelijk vermoeid komen we bij het politiekantoor aan waar we bij de hoofdinspecteur in de kamer duiken, die gevuld zit met collegae. IK ben weer een beetje fris en neem het offensief ter hand i.p.v. de verdediging en vegin lastige vragen te stellen aan de hoofdagent. We drukken hem op het hart dat we geen escorte willen en dat we morgen zonder politie weg willen rijden, wat hij niet lijkt te willen begrijpen. Ik ga zover dat hij zijn provinciechef opbelt. Ik wilde baas van de baas spreken. Geef me de minister maar. We nemen onze eigen verantwoordelijkheid wel en rot op met die geweren om ons heen. Ze vertragen ons en hebben alleen maar last ermee. Behandel ons niet als gevangene of filmster en laat ons normaal reizen en in contact komen met de locals. Uiteindelijk heb ik de hoofdinspecteur aan de lijn en die blijft ook melden dat we de regio niet kennen en dat het hun plicht is. En wederom geef ik hem aan dat ze bij ons weg moeten blijven, wat hij lijkt te begrijpen en ik overhandig de telefoon weer aan de locale inspecteur en we gaan naar het beste restaurant in de regio. We hebben honger. We zullen wel zien wat er morgen gebeurt.
Een van de jongere agenten uit Punjab gaat met ons mee op uitnodiging van Herbert en gezamenlijk eten we een flinke kost. Ik wist niet dat Herbert hem had uitgenodigd en vond het behoorlijk onbeschoft dat de Zwitsers hem niet eens wat te drinken aanboden. Later begreep ik dat Herbert de oorzaak was dat hij mee was en ik heb er maar niet teveel over gezegd. Een van de vele verschillen tussen ons denk ik en wetende dat we moe waren zijn we terug gereden. In de auto werd er gesproken over de verschillen in cultuur en buiten ons zicht krijgt Herbert nog een steek onder water van de goedwillende Pakistaner. “In Pakistan is het normaal dat je je gasten mee laat eten als je ze uitnodigt” en de avond viel voor ons allen vrij kort na deze ferme uitspraak.