2006-02-15:
Pakistan: Cartoon Jihad in Pechawar ! Wat kan traangas zeer doen !
Op het moment dat ik gisteren het internetcafe
uitstapte, liep ik in de regen. Het regent alweer, het achtervolgd ons. Eigenlijk
maakte dat niet zoveel uit op dat moment. Het was een filmmoment. Teleurgesteld
de regen inlopen en diep nadenkend door een flinke regenbui in een vreemde stad
op een afstand van ruim 15.000 km terug willen naar huis voor een moment. Het
is maar een moment, maar ze zijn er soms wel. Gelukkig wel.
Bij aankomst was Herbert nog wakker en de hele entree van de tent was al flink nat. De slaapzak was nog droog, maar via het voeteneind wordt alle vocht langzaam in de foam gezogen van de matras. De net voor vertrek aangeschafte slaapzak houdt de vocht buiten en heeft ervoor gezorgd dat ik voldoende slaap uren had deze nacht, maar echt alles is bijna nat. Na ons uit de tent te hebben gehesen en alles te hebben opgeruimd, hebben we een ouderwets Amerikaans ontbijt met cornflakes en alles erop en eraan besteld voor het grote bedrag van 250 roepie (3,5 euro). Daarna werd het tijd voor auto onderhoud.
De benzine moest worden bijgevuld en op dit moment bleek dat we 4 liter hebben verbruikt over 750 kilometer. Verder moet de remleiding worden bijgesteld en druk ik met enige regelmaat de pedalen in en laat Herbert de lucht uit de leidingen ontsnappen. Het geheel wordt door de nodige mannen en jongens weer gevolgd. Het regent nog zachtjes en als ik de auto start rijden we in de richting van Saidu Sharif. Hier moet een museum zitten en daarnaast zijn er drie Butkara’s te zien, waarvan het me nog onduidelijk is wat dit nu daadwerkelijk betekend.
Eerst rijden we verkeerd en te ver, waarna we terug moeten naar het museum. In het museum vragen ze 200 Roepie wat we teveel vinden en we besluiten de Butkara’s maar te bezichtigen, die gratis zijn waarschijnlijk. De meeste goederen van het museum zijn afkomstig van de bezienswaardigheden en ik wil ook eerst wel eens zien wat het allemaal is. De eerste Butkara is een oude tempel waarschijnlijk met stenen tot aan de knieën, waarbij er diverse Stupa’s zouden staan. Een Stupa is een graftombe waar het as in een ronde punt wordt begraven, dit voor zover ik het nu nog kan overzien. Het zijn onze eerste ervaringen met het Boeddhisme en deze religie is blijkbaar geboren voor een deel in Pakistan.
De stapel stenen is echter niet om naar huis te schrijven en deze locatie ga ik echt weer vergeten en ik maak er maar snel een foto van om terug te kunnen zien wat ik moet vergeten. De tweede Butkara is wat verder lopen. Door wat graslanden lopende zien we wat meer stenen uit de grond komen. Deze locatie is wat groter en we zijn blijkbaar via e achterkant gekomen als de man de entree laat zien en met zijn bonnenboekje aan komt lopen. Voor 200 Roepie mogen we de Boeddha binnen zien en lachend lopen we verder. Dat in geen 200 Roepie jaar. De graslanden om ons heen zijn redelijk groen en de kleine straatjes door het aan Mingora vast gegroeide dorp zijn redelijk vuil kun je wel stellen. De derde Butkara is nog wel de moeite waard om de bult op te lopen. Samen met de dorpkinderen lopen we naar boven waar de bezienswaardigheid het toneel vormt voor een potje vrouwelijk cricket voor dames onder de 12. In de uiteenzetting van muren staan wat stupa’s en is er een compleet geconserveerd gebleven. En nog steeds wisten wij niet wat nu stupa’s en Butkara’s zijn en zonder dit te weten te komen rijden we Saidu Sharif uit.
Op de weg naar Pechawar zouden nog meer items te vinden zijn, maar voor het zover is gaan we tanken. Als we alles weer afgeladen vol hebben zitten met Pakistaanse Diesel krijgen we een kopje thee en naast de oude Toyota truck uit het leger zijn het de krantenkoppen die onze aandacht krijgen. Blijkbaar gebeurt er nogal wat in Pakistan naar aanleiding van de cartoons uit Denemarken, Frankrijk en ik geloof Noorwegen. We zien grote rellen en uitgebrande westerse wagens, maar het lampje gaat nog niet voldoende branden.
Verderop kunnen we weer remvloeistof kopen en tegelijkertijd neemt Herbert 2 blikjes motor vloeistof mee van hetzelfde idee als Erik van Honeywell ons ook al heeft getipt. De noeste brandspecialist en in-line danser gaf vlak voor ons vertrek aan dat het misschien verstandig was om dit spul te gebruiken voor de motor, nadat hij deze vrolijk had zien roken. Nu zal hij waarschijnlijk roepen op de engineering afdeling dat we, aangezien we dit niet hebben gebruikt voor de eerste motor, dat we daarom een vastloper hebben gehad. Maar wij weten wel beter.
De motor loopt mooi nu, maar hij blijft teveel olie verbruiken en het idee zal worden om dit alsnog bij de motorolie in te gooien en te hopen dat hij minder gaat roken, minder olie gaat verbruiken en dat de prestaties omhoog gaan. Als back-up kunnen we altijd nog weer alles los sleutelen …..(!?) We zullen eerst het verbruik op de normale wegen afwachten en anders gaan we alsnog een wondermiddel gebruiken…..
De remvloeistof moest nog worden aangevuld en ik ben nog niet tevreden over het remmen. Hij remt minder als voorheen en heeft een langere remweg. Dat moeten we er nog uithalen en pardoes zet ik de auto nog een keer stil langs de kant van de weg om na te kijken of er niet weer een lekkage is.
Er staat een Boeddha langs de kant van de weg waar we even gaan kijken. Er loopt een mannetje rond die naast de kant van de weg in de gebruikelijke kikkerhouding zijn piemeltje in zijn hand heeft om het restwater uit zijn lichaam te laten stromen. Als hij klaar is komt hij naar ons toe en spreekt ons in gebroken engels aan. Ik snap er niets van, maar ik raak hem ook niet kwijt en hij blijft maar proberen om me een hand te geven. Boven de Boeddha loopt een trap en als we aankomen bij de eindbestemming ruikt het naar het mannetje die net zijn b roek heeft opgetrokken. Een fikse pislucht komt naar ons toe deze minuten en ik vlucht snel weer weg naar beneden. De rotstekeningen waren verder verwoest door vandalisme en we laten het voor wat het is. Beneden bedelt de man om wat geld en hem vertellende dat ik geen geld weggeef aan mensen die erom vragen, begint hij te mopperen en stapt hij weer op zijn gele fietsje.
Het is een mooie dag geworden in een uurtje tijd. Zojuist hebben we nog wat over geslagen vanwege de regen en nu maken we even tijd om de foto’s op de laptop te downloaden. Herbert is even pissig, maar over de Pakistaanse hobbelwegen wil ik de laptop niet op schoot laten stuiteren. De weg lijkt nu goed, maar even later zien we weer hoeveel gaten er soms zitten. Ik download toch alle foto’s en daarna rijden we verder naar de Malakand pass en ik vraag me nog steeds of dit met prins Malakand te maken heeft, die ik ken uit wat sprookjes of verhalen. Boven op de berg staat een fort en de pass heeft een hoogte van een meter of 1000.
Voor we daar aankomen wordt het nog even andere koek. Vanaf vandaag zijn een van mijn principiële uitingen gebroken en is er een dapper verhaal weer geboren. We komen aan in een klein dorpje, waar de naam alweer van is verdwenen uit mijn gedachten. Hier moeten we in een lange rij staan van auto’s en zo als gebruikelijk krioelen de busjes om ons heen. Er is een omleiding vanwege een demonstratie en we kunnen niet over de hoofdweg. De agenten gebaren ons om te rijden en als we het navragen moet het geen probleem zijn om zonder probleem door te rijden na dit dorp. Ik rij op de doorgaande strook en naast mij hebben al 2 busjes hun constructie naast ons geparkeerd op het midden van de weg, waarop ik luid toeterend ze aan de kant maan. De eerste bus schiet voor me en ik trek ligt op om de andere geen ruimte te geven. Dit gaat goed maar het busje die zich er net tussendrukte had pech. Op het moment dat hij iets optrok en snel remde stond hij iets eerder stil als ik en ik drukte zachtjes 3000 kilo in het busje.
In het busje zitten gemiddeld een man of 12 tot 15 en die kwamen een voor een naar buiten leek het wel. Druk gebarende mannen met rare gebaren die voor een Hollander niet te begrijpen zijn. De ervaringen van anderen leert ons dat bij aanrijdingen je het beste naar het dichtstbijzijnde politiekantoor moet rijden en grote meutes mensen moet voorkomen. Nu staan we in het midden van een omleiding stapvoets rijdende mensen tussen heel veel Pakistaner.
Iedereen stapte weer in het busje en er leek even niets te gebeuren en het leek erop dat ze zouden doorrijden. Toch staat even later het busje stil aan de kant van de weg en komt de chauffeur en vooral zijn passagiers verhaal halen. In het gebroken engels wordt gemeld dat het normaal is dat degene die de schade veroorzaakt een vergoeding betaald. Maar om te voorkomen dat ik op straat moet gaan lopen verdedigen dat hij zich er tussen drukte met de redelijk nieuwe Toyota bus, geen remlicht heeft en dat hij zelf ook schuld heeft, lijkt me niet een goed plan. Binnen 1 minuut zullen er 100 man om ons heen staan.
Het deed er ook vast niet goed aan dat onze remmen misschien wat laat reageren en beter afgesteld kunnen zijn en ik blijf voor Nederlandse begrippen natuurlijk fout, omdat ik de bus van achteren heb aangeduwd. Het was maar een licht tikje, maar er zit een mooie deuk op 1 meter hoogte vanaf de grond en dat net boven de bullbar van de bus. Ik zag hem eerst niet en dacht dat het wel mee zou vallen,maar hij zat er toch echt.
In de tussentijd vraag ik om
de paar meter rond waar het politiekantoor zit om daarheen te rijden en het
onder het gezag uit te vechten van de ambtenaren met geweer. Ik ben niet van
plan toe te geven en sta geen ruimte toe om mij op te lichten met een te hoog
Roepie gehalte. Ook is de wet gebroken dat we zijn weg gereden van de plek van
het ongeval. We hebben echter geen autoverzekering die het af kan dekken en
in het uiterste geval zullen we het moeten betalen met cash. Autoverzekering
was niet nodig volgens de douane beambten en ook onderweg zijn we niets tegen
gekomen waar we dit konden afsluiten.
Al meerdere malen worden we naar de kant van de weg gemaand door de chauffeur
van d e bus, maar we rijden door en geven ze mee dat we naar de politie gaan.
Dit gebeurt door een klein open geschoven raam en na een half uur ongeveer vinden
ze een straatagent. Hier stoppen we even, maar ik geef wederom aan naar een
politiekantoor te willen. “I am a foreigner and don’t know about your rules.
I wanna speak in the office about it !”, in het midden latende of ik fout zou
zijn.
Blijkbaar wordt het de man teveel en wordt er in een keer geroepen dat hij niets wil verder. “You are free to go mister. This man does not want any Money for the damage” en de man komt achter zijn bus vandaan. De passagiers om hem heen beginnen in een keer ook weer vriendelijker te kijken en ik kom de auto even uit om de man een hand te schudden, maar begin er niet meer over en laat geen ruimte om erover nieuw te beginnen en stap in de auto om weg te rijden.
Boven op de Malakand pass stoppen we even en zien we dat de sluiting van de voorste rechter jerrycan een klein wit puntje heeft op de rand. Dit is het punt waar onze Landrover extra verf heeft gekregen en het punt vanaf waar ik niet meer kan zeggen dat ik geen aanrijding heb veroorzaakt met en auto. Ik kan nu wel zeggen dat ik een ongeluk heb gehad met een onverzekerde Landrover in Pakistan, een van de “gevaarlijke fanatieke moslimlanden”, in een drukke menigte, naast een cartoondemonstratie…….
Ik ben blij dat de man zo vergevingsgezind was en geen vergoedingsroepies wou, maar vooral dat we niet in een woedende moslimdemonstratie terecht komen en dat is niet zo ver van ons af zal later blijken.
Op de Malakand pass nemen we de rust om wat foto’s te maken van het uitzicht. Er staan 2 mannen, waarvan er een engels spreekt., Hij gaat dieper in op de cartoons en vraagt waar we vandaan komen. Hij is een van de velen die deze vraag stelt, maar vraagt meer door over de religie. Hij lijkt vooral in zijn eigen belevingswereld geïnteresseerd te zijn en sluit af dat we bij hem thuis moeten komen als we weer terug komen en krijgen zijn visitekaartje mee. Dit keer geven we deze man er maar geen.
Dan is er de snelweg. Vanaf een
zeker punt naar de pass rijden we de snelweg op. We krijgen een kaartje voor
de tol en we kunnen rijden. Dit is een motorway en deze 3 baans superweg gaat
helemaal naar Pechawar. Dat is mooi want dan kunnen we mooi in het donker wat
verder rijden op deze goede weg. Normaal rijden we niet in het donker, maar
nu kan het mooi wel. De zon zakt langzaam en we liggen helemaal in een deuk
op deze weg. In een half uur tijd zien we fietsers en tractoren op de weg. Een
busje die gestopt is om tussen de totaal 6 rij banen te bidden naar Mekka. We
zien een pot cricket op de snelweg en als ergste komt er een spookrijder ons
tegemoet. De zon zakt langzaam en het avondrood komt ons tegemoet als we in
een keer veel pionnen zien. Er staat nog een bord die aangeeft dat we naar Pechawar
kunnen en besluiten gewoon door te rijden i.p.v. eraf. We rijden 1 kilometer
door en dan sta je in een keer aan het einde van de snelweg en resteert er niets
meer als een zandweg…… Alles kan in Pakistan. Logica bestaat niet!
We moeten rechtsomkeert en kom nog even vast te zitten in de berm. Met de 4
WD rijden we terug en zien we dat we via binnenwegen (circa 35 km) naar Pechawar
moeten rijden. Deze wegen zijn soms 1 of 2 banen en soms als een snelweg. Er
is geen verlichting en om de paar meter rijd een auto met alleen groot licht
op om de karren met muilezels, koeien en ander loslopend kleinvee te ontwijken.
Tractoren wijken uit naar rechts zonder aanleiding en remlichten werken over
het algemeen niet. Het betekend chaos en niet geheel onveilig. We hebben echter
teveel vertraging opgelopen en moeten nu door. Het is buiten de grote stad niet
echt veilig volgens de Lonely Planet en we willen niet teveel tijd verliezen,
dus we gaan door.
IK heb mijn bril opgezet om in het donker fatsoenlijk te kunnen rijden, aangezien er nul komma nul straatverlichting is. We komen omstreeks half 8 Pechawar binnen. Relatief rustig en we rijden na een lange voorstad in een keer naar het Rose hotel. De auto zetten we aan de hoofdweg neer en lopen er heen. We staan erg raar te kijken als er 2 ramen op de grote trap naar boven uitliggen. Blijkbaar zijn hier wat grote keien doorheen gegooid de laatste dagen. We worden ontvangen bij de receptie en er is een parkeerplaats die vol staat, maar onze auto kan in ieder geval binnenstaan als het moet. Het hotel is vol wordt gemeld en dat kan ik me niet voorstellen. Er is nog een kamer, maar die heeft wat probleempjes. Of we deze willen zien….? Natuurlijk is het antwoord en lopen we naar de 5e verdieping. Als we binnenlopen wordt meteen duidelijk wat er is gebeurd. Hier zijn traangas patronen naar binnen gegooid. Mijn klieren beginnen meteen te werken en ik sta licht te janken en loop naar buiten.
Bij de receptie horen we het verhaal. Deze middag zijn er rellen geweest, waarbij de grote mensenmassa als reactie op de cartoons alle westerse doelen heeft vernietigd. In de straat waar we nu zijn aangekomen zijn 3 uur geleden alle westerse auto’s verbrand, stond de Kentucky Fries Chicken in de hens en waren Deawoo bussen niet veilig. De politie bestreed dit en we zien de beelden op ons televisiescherm van onze kamer die we voor de nacht nemen. De auto staat snel veilig binnen de muren van het hotel en we worden morgen geïnformeerd wat de bedoelingen zijn. Het is thrilleretijd in moslimland en wij zitten er met de neus bovenop. Ergens bijzonder, maar we moeten opletten. Das zeker.
Bij het eten ontmoeten we James. Een brit op een reis door Pakistan voor 6 weken. Hij was vandaag met de gids Prince, die even later aan komt schuiven, op weg naar de Khyberpass. Hij zat in het midden van de mensenmassa. Zijn chauffeur was weggelopen terwijl Prince de goedkeuringen aan het regelen. Een krant was zijn redding om over zijn witte westerse kop te trekken volgens de verhalen. Bizar en we luisteren aandachtig.
We besluiten met Prince en James mee te gaan de volgende dag naar de Khyber pass. De historische toegang tot Afghanistan. Het moet 2000 Roepies kosten en ik krijg er niets af van deze grappige man. Zelfs niet een biertje als beloning na de trip. Morgen om 7 uur gaat de wekker weer en we genieten van de warme douche en de verse beelden van BBC. Eindelijk weer een douche. Het jeukt als ik me weer heb afgedroogd. De poriën krijgen weer lucht na meerdere dagen zand, zweet, ijs, sneeuw en nachtelijke kampvuurtjes.
Alles kan in Pakistan. Het is grimmig en raar om te weten dat je midden in de tv beelden zit die je normaal op het nieuws ziet.