2006-02-27:
India: Waarom betekend een “black mayor”, rennen voor de politie
Vandaag is eenzelfde dag als de afgelopen 2 dagen.
We zijn nog eerder opgestaan en na de auto bij het bouwvallige tankstation te
hebben gevuld met diesel, rijden we om kwart voor 6 al weg. We zijn nu voor
zonsopkomst weg en we zien de zon naar ons toe komen en van ons weg gaan op
deze dag. Er is geen wolkje aan de horizon, dus dat geeft een mooi straatbeeld
en zeker in de ochtend kunnen we de nodige kilometers maken.
Het was wel grappig om bij dit tankstation uit te komen. Ondanks dat ik nog steeds twijfel over de kwaliteit van de gekochte diesel, kregen we een mooi stekje. Nadat we onze biertjes lostrokken om ervan te genieten, loop ik nog even naar het toilet vooraf. Het wordt de open lucht aangezien er geen toilet is en de truckchauffeur vertelt ons in gebroken engels en met een ferme dranklucht dat het volledig veilig is. Nou dank je wel voor de info sluit ik de ferme handdruk af en laat ik de man zijn voorraden drank in de truck weer opdrinken.
We wisselen met deze lange dagen een beetje af en vandaag trapt Herbert af met rijden. Het straatbeeld is hetzelfde en er gebeurt niet veel in deze dagen als genieten en rond koekeloeren van de dingen die op straat te zien zijn. Je neemt ze echter niet goed in je op, omdat je de objecten, mensen en landschappen, maar 1 seconde ziet, voordat er een andere indruk voorbijkomt. Hierdoor kun je het onmogelijk onthouden en besef ik me dat we daar straks wel aan toe komen. Nu eerst even een weekje werken en reizen. Na Nepal meer.
Ergens in de middag rijden we van de grote weg af, die steeds slechter en slechter wordt. We kunnen wel doorrijden, maar het is zoveel trager als in de ochtend. Alles loopt over straat en als het even kan dwars voor je auto. In de stad zien we een grote menigte staan en we kunnen er duidelijk niet langs heen. Vrachtwagens staan allemaal in lijn en wachten ergens op en we rijden er zoals nu gebruikelijk, maar gewoon langs heen en parkeren de auto vooraan bij de druktemakers om te kijken of we er tussen kunnen glippen.
Als we uitstappen worden we terug gestuurd. Pas later als een Engelssprekende man ons komt bijstaan snappen we wat er aan de hand is. Er is oproering. De verkiezing in democratisch India heeft een “zwarte” burgemeester opgeleverd, aldus een man op straat. Nog niet wetende wat dat precies inhoud, want voor mij zijn Indiërs zelf al redelijk gekleurd.
Om ons lopen allemaal mannen met verf op hun kop. Er is geen politie aanwezig en overal lopen mannen met geweren rond. We snappen er niet veel van, maar weten wel dat we er niet langs heen kunnen. We moeten een half uur wachten, maar we zetten de auto uit zicht aan de kant en stappen een paar meter terug. De kemphanende partijen staan tegenover elkaar en ik zie meer en meer verf om me heen. Er was dus al iets gepland, anders is er niet zoveel verf hier. De mannen zitten er soms helemaal onder van top tot teen en anderen stonden blijkbaar wat verder van de vuurlinie.
Op een gegeven moment na het nemen van foto’s komen ze eraan horen we om ons heen en als de agenten uitstappen begint alles en iedereen te rennen en doen we maar vrolijk mee. We lopen na het eerst volgende keetje, waar prompt voor mijn neus het rolgordijn wordt dichtgetrokken. Dat is een vreemd gevoel. Dat er eventuele politiestokslagen naar je toe komen en voor je neus alles dichttrekken. Das echt een raar gevoel. Verder rennende komen we bij het volgende loket, die na onze intrede snel wordt dichtgetrokken tot op 30 cm afstand van de grond. Wachtende op wat er gaat gebeuren gaat in een keer her rolgordijn dicht en op slot gedaan en wordt er driemaal keihard op de deur geschopt of geslagen. Volgens Herbert waren het stenen, maar daar geloof ik niet in en ik heb ook niets voor de deur zien liggen achteraf.
Na een kwartier te hebben kennisgemaakt met de locals in de werkkamer van de locale kistenmaker, gaan we weer naar buiten waar de eerste vrachtwagens alweer stapvoets rijden. De politie heeft de boel weer op orde. De rust is terug en de mannen in bruine pakken met stokken in de hand manen iedereen weer door te rijden. Met de camera van Herbert proberen we nog wat plaatjes te schieten en als een van de agenten het ziet, hebben we meteen tien schreeuwende agenten naar ons roepen dat dit niet mag en haal ik de camera weer weg. Op de weg liggen verfpatronen, verbrande motoren en stukgeslagen materialen en wij stonden met de Landrover om de hoek.
Ik twijfel nog of we niet beter hadden kunnen blijven zitten in de landrover. Nummer 1 positie gehad om te kijken wat er nu feitelijk gebeurd. Aan de ander kant leek het nu wat veiliger en is er gelukkig niets gebeurd met ons of onze auto. Je maakt wat” mee op de wegen. Zoals Eric van de fietsende Zwitsers al zei in Esfahan bij het afscheid: “Kijk uit voor de weg. De weg kan gevaarlijk zijn!”
We dachten de cartoonoorlogen uit Pakistan definitief achter ons gelaten te hebben, maar na een paar dagen zitten we er al weer midden in. Ik hoop voor het dorpje dat het een goede burgemeester zal worden en verder was er geen probleem meer onderweg, waarna we weer rustig na het volgende tankstation reden tussen apen, vogels, olifanten en mensen. Zoek de 3 verschillen……..