Ik ben inmiddels ook wel moe en er is veel werk verzet al achter de laptop al kon ik gisteren de moeite niet meer opbrengen daarvoor. WE hebben de riksja gepakt, even goed gegeten en een biertje genuttigd om daarna een goed slaapplaats te vinden. Het geld is weer aangezuiverd en als we straks India binnenrijden hoeven we niet eerst meer te pinnen, wat weer tijd zal schelen.
IK hoop na de plaats Lucknow een goede weg te treffen, aangezien het daar de doorgaande weg naar Nepal wordt, vanaf Calcutta. Maar we hebben pech. Eerst gaat de reis voorspoedig en snel voor zover de hobbelwegen inmiddels het toelaten, maar na Lucknow en zeker na het bereiken van de doorgaande weg is het 100 kilometer ellende en verliezen we 5 uur op dit deel.
In plaats van 10 uur uiterlijk bereiken we de grens rond 12 uur / 1 uur en gaan we weer weg een uur later na het invullen van de juiste formulieren.
De grens zelf was geen probleem. We waren al laat, dus alle tijdverlies was al teveel, maar we zouden wel zien. Het kantoortje van India rij je gewoon langsheen. Als we de auto stoppen besef je dat je al in niemandsland zit eigenlijk zonder enige vorm van gestopt te worden. Na 2 verwijzingen naar een ander gebouw vinden we customs waar we de mannen op het hart drukken een vlucht te willen halen en ze roepen snel een verantwoordelijk collega op die de carnets behandeld. Deze man met te grote bril schrijft van alles in zijn notitieblok en daarna is het goed. In de tussentijd ga ik vast naar Immigration dienst. Dit ligt iets verderop en zie je bijna niet van de weg, waar een man, moe van de zon, ons begeleid. IK moet wat formulieren invullen en de man die later komt helpen wordt de pen uit handen gegrist door Herbert, die het te lang duurt en zelf maar begint met schrijven.
We hebben onze stempels en kunnen rijden, als snap je niet dat ze je zo door laten rijden. Gekscherend zij Herbert nog dat we ook wel zonder Carnet door zouden kunnen, maar dat sluit ik kort af met “no option”, waarop hij begint te lachen.
Over de drukke weg aan de andere kant kunnen we ook weer zo door rijden, alleen parkeren we zelf de auto en roepen ze ons naar een kantoor. Hier zit de Nepalese Immigration dienst en ze plakken een mooie sticker met stempel op ons visum. De andere man vult allerlei andere zaken in, terwijl Jut van Jul ons meld 200 Roepies te willen hebben voor aankomst BTW……………….., das 312 Nepalese Roepies en waarvoor? Herbert en ik vragen een bonnetje en de man verwijst wederom naar de sticker, waarop niets staat. Als het te lang duurt en wij weigeren te betalen zonder bonnetje, hoeven we niets te betalen en kunnen we gaan met de stempels in de paspoorten. We leren snel tegenwoordig en zwart geld is hier de normaalste zaak van de wereld.
We zijn bijna in Nepal en moeten nog langs 1 bureau verderop. Hier zitten 8 mannen aan een lange tafel en als de man waar we naar verwezen worden met een grote zonnebril snel opstaat om ons te ontlopen en daarna iemand zegt dat het wel even tijd zal gaan kosten, vraag ik door waarom en waarom de man wegloopt, waarop ik al snel naar de manager verwezen wordt. Dit is een te vriendelijke man, die ons wel wil helpen, maar niet weet hoe hij de carnet in moet vullen. Zijn collegae moeten even wachten op de handtekeningen en zonder enige vorm van controle van de auto, vullen wij eigenlijk de carnet in en laten hem tekenen en stempelen. Af en toe komt er iemand kijken om te zien of het goed gaat en als het klaar is, zijn we weg.
Een relatief makkelijke grenspost, waarbij we de mannen moeten helpen dus i.p.v. andersom.
Na de grens stap ik achter het stuur en na de remproblemen van de afgelopen dagen, merk ik nu meteen een vreemd geluid op van de motor. Een tikkend geluid. Metaal kloppend en na lang denken herken ik het. Ik was twee jaar terug mee naar Denemarken met de B1. Een bijzonder voetbalkamp was het en buiten dat we erg veel schik hadden, het halve kamp was gesloopt was het ook de beurt voor de motor van de Opel Astra, die ik van mijn vader had geleend. Hier was vlak voor een grote tunnel de motor vastgelopen voor een deel en hard rammelend ben ik de tunnel doorgekomen. Na revisie van de motor heb ik de auto nog afgereden gedurende ruim een jaar, maar in januari 2005 heb ik deze gezinsbak de deur uit gedaan, omdat de motor weer vastzat. Ik wou hem toch al kwijt om meer geld te sparen, maar leverde in elk geval geen geld meer op als rijdende auto. Het geluid was echter hetzelfde en ik weet hoe ik baalde van de Astra die toen vastzat en dat ga ik nu echt voorkomen met alles wat ik mijn macht heb, ook al komen we dan een paar dagen later aan.
Ik trek de motorkap los en als ik Herbert heb overtuigd dat het onder de kleppendop wegkomt, geeft hij aan dat de kleppen gesteld moeten worden. Voor nu geen gevaar en ik wil zo snel mogelijk motorolie hebben om de boel weer aan te zuiveren onder de oliedop. We blijven lekker bezig zo, maar we kunnen weer rijden zonder het gevoel te hebben dat de motor zo meteen vastloopt.
Herbert is inmiddels meester geworden in het geven van afwijkende antwoorden. Als ik hem vraag of hierdoor de motor vast kan lopen, geeft hij als antwoord dat het altijd kan, maar dat in principe geen probleem mag zijn. Er is een stelpunt los getrild en die moet weer worden gesteld en dat gaat in principe zonder het gevaar dat de motor vastloopt. Ik blijf er gewoon boven op zitten en zie wel in Nepal. Het zijn maar kleine geluiden, maar ik wil gewoon weten waar ze vandaan komen, voordat ik de reis vervolg.
Ik kan me nog een brandluchtje herinneren, die niet te traceren was en voordat ik het wist stonden we stil op een snelweg in Bulgarije, zonder olie en met een vastgelopen blok. Een financiële nachtmerrie !
Het is echter niet het enige wat ons te wachten staat. We hebben in India en Pakistan geen filters vervangen omdat deze niet te vinden waren. Door de slechte kwaliteit brandstof zit het filter nu weer vol en gaan we vaak niet harder als 40 km/h de berg op. Lekker is dat. Net nu je kilometers kan en wil maken, wil de auto niet harder, door een vertraagde toevoer van brandstof. Aan de ene kant denk ik van “nou Herbert, had je maar harder moeten zoeken. Hier heb je het resultaat!”, maar dat laat ik maar snel varen. We hebben teveel energie gestoken in het racen naar Kathmandu en dat gaan we nu afmaken ook. Al wist ik bij de grens al dat we te laat zouden komen.
In de tussentijd bereikt ons wel het bericht dat Margreet 2,5 uur vertraging heeft en dat komt ons ten goed, maar we zijn nog steeds te laat. Volgens de grensposten is de reis naar Kathmandu 5 tot 8 uur rijden en het is nu al 3 uur, dus tel uit je winst. De weg door India was gewoon te beroerd. Hadden 4 en uiteindelijk 6 uur speling, maar ze zijn allemaal verloren gegaan op de weg door India. Ik baal mee met Herbert en wil zelf ook graag aankomen in Kathmandu, dan kan ik aan het werk met de site en reisverslagen en uitrusten om daarna weer minstens 5 weken te genieten van alle natuur in Nepal. De site zal me veel tijd gaan kosten, maar dat maakt niet uit. Het moet af, had al lang af moeten zijn en ik baal elk moment als ik 12 januari op het beeldscherm zie staan, terwijl we al begin maart leven. Ook zijn we inmiddels in Nepal i.p.v. Iran en heel Pakistan heeft de site tot dusver niet bereikt. Nu gaat het anders en in no-time staat die site als een paal boven water. We gaan afmaken waar we aan begonnen zijn !
Het mooiste is nog dat ik vanaf morgen weer in staat ben te bellen met Nederland en ik merk aan alles dat er wat verandert in de gedachtepatronen. Heb even de tijd nodig en als ik de invloeden op straat om me heen zie, dan bedenk ik me dat Nepal nog wel eens een toeristenparadijsje kon zijn. Met drukte en bier en alles erop en eraan. Weet niet of ik daar wel zin aan heb, maar het is lekker om weer naar Nederland te kunnen communiceren. Kijk er naar uit en daarnaast goed om af te maken wat al af had moeten zijn.
Nepal verandert langzaam en we rijden de bergen in. India is vlak en Nepal zijn de bergen en het is weer een gaaf gebied, alleen mooier als andere overgangen van vlak land naar bergen, wat over het algemeen de mooiste stukken zijn. Waar diverse omgevingen en landschappen elkaar treffen is het interessant en goed vertoeven over het algemeen. Langzaam de bergen inrijdende blijken de wegen goed en de chauffeurs minder agressief. We kunnen vaart maken alleen de bochten volgen elkaar hard achter elkaar. De weg is over de berg heen gelegd volgens een natuurlijk patroon en het is hard werken met een landrover zonder stuurbekrachtiging. Alles is groen om ons heen en de eerste bloemen zetten door. Vandaag is een van de warmste dagen en er wordt 30 graden buiten en 35 graden gemeten binnen de Landrover.
Het is een omgeving die je alleen maar televisie ziet. Naast Nepal ligt ook Tibet en net zoals daar loopt iedereen hier met stropen stof over het hoofd, waar een buidel met hout aanhangt, of grote stukken hout. Meestal vrouwen en vol beladen met natuurlijke producten lopen de locals langs de weg. Samen met de vele lagen rijst terrassen is het een plaatje uit boeken. Iets wat ik alleen op tv gezien heb. Gewoon gaaf dus, ook al moet ik nu even doorknarren, wat op zich ook leuk is.
De berg waar omheen moeten lid ons naar een hoogte van 2600 tot 2800 meter en laat ons helemaal door het landschap slingeren. Het wordt langzaam donker en hoe dichter we bij Kathmandu komen hoe minder brandstof de motor krijgt. Het gaat hard nu en regelmatig moet de motor opnieuw gestart worden of allerlei kunsten uitgehaald worden om weer diesel in te spuiten. Zeker als we bergopwaarts moeten is het lastig en veelal in zijn 1 of 2 gaan we naar boven, terwijl de weg nu niet zo steil is hier. Soms krijgt de inspuiting het heilige vuur en als de druk erop blijft, dan kan ik 200 meter sprinten om vrachtwagens in te halen op de weg naar beneden toe.
Zal ik niet snel meer vergeten. Racend naar Kathmandu om een vliegtuig te halen, met een motor die te weinig diesel krijgt en met een gangetje van maximaal 40 km/h tikkende kleppengeluiden veroorzaakt. Zonder geld en zonder olie moeten we het einde van de dag in Kathmandu zijn om daarna weer een fikse onderhoudsbeurt te geven aan de auto.
Voor we Kathmandu binnenrijden worden we opgehouden en moeten we een half uur wachten. Een van de vele checkposten, waar de locals moeten stoppen om gecontroleerd te worden. Nu snappen we ook waarom men zei in het begin dat het 7 a 8 uur kan duren naar Kathmandu van de grens. In het begin zagen we ook nog een bordje met 290 kilometer, die als nel veranderde in 120 kilometer en het dus toch mee bleek te zitten. Alle checkposts worden de mensen uit de bussen geleid, waarna ze weer in kunnen stappen aan de andere kant. Wij rijden overal doorheen en hebben eigenlijk weinig hinder tot dit punt. Ik hou de motor aan door pompend gas te geven en het handgas wat op te schroeven, terwijl ik in onderhandeling ben voor een zakje Lays en popcorn. Eerst is het te duur, daarna kan ik een goedkopere krijgen. Het is weer tijd om te onderhandelen. Ja we kunnen weer geld besparen.
We rijden omstreeks 8 uur de grote stad binnen en rijden door naar het vliegveld. We weten verder niet waar we zijn moeten en kijken wel of Margreet al geland is. Daar aangekomen worden we door de locals aangesproken, die onze wagen keuren. Het is duidelijk dat men hier de weg met toeristen weet. Er komen te veel toeristen hier, maar dat zullen we dan nog welk zien. Margreet is gevlogen en al weg. Het toestel is geland om half zeven en het is nu ver na half negen. Onze mobieltjes hebben geen bereik en het wordt lastig om een verrassingseffect te maken nu…….
Ik vind het zonde voor ze, mar kan er ook niets aan veranderen. We hebben maximaal geracet en gedaan om hier op tijd te zijn. In 40 tot 42 uur rijden hebben we het in 3 dagen gered i.p.v. 5 en het is niet gelukt helaas. Domme pech en zo blijkt maar weer hoe belangrijk de details zijn om een bepaalde tijd te redden. Je moet elke dag vroeg weg en laat eindigen om uiteindelijk ergens te zijn op een bepaald moment. Alles moet mee zitten of je moet snel een andere weg zoeken om weer te gassen, anders red je het gewoon niet. We zijn in ieder geval in Kathmandu en we gaan een hotel zoeken.
Een van de mannen geeft ons aan naar pelgrims Guesthouse te gaan en hier vinden we een goed rustplaats voor en schamel bedrag van 300 Nepalese Roepies (delen door 80 heb je euro).kunnen we hier verblijven. De man wou eerst niet lager als 400, maar als de auto goed staat en het een leuk gesprek was, zegt hij dat we het voor 300 krijgen. Erg vreemd en nog niet eerder dit mee te hebben gemaakt bedenk ik me dat dit erg ongewoon is voor een hotel. Na een bak welkomst thee duiken we de stad in.
De sms’jes komen niet aan en Herbert kijkt rond in Thamel, het toeristen centrum van Kathmandu of hij een glimp van Margreet kan vinden. Om de hoek kan ze staan. Om de volgende ook en als we haar ook niet vinden in kathmandu’s guesthouse hangt hij een briefje op daar om haar te vinden en te vertellen waar we zijn.
We pakken de eerste biertjes in Tom & Jerry’s en halfdronken van 2 potten pils sluiten we de avond af door naar het hotel te gaan. Het biertje smaakte te mooi en ik ga doodop slapen na alle drukke westerse invloeden waar ik niet meer aan gewend ben. Morgen gaan we weer opnieuw verder. We zullen haar wel vinden.